ik was even gaan oefenen. Ik heb transcribus deels gebruikt voor dingen die ik niet helemaal snapte en een hint nodig had, alhoewel transcribus er niet super veel van bakte. Zou iemand mijn transcriptie willen nakijken?
Willem Willems van Meijnsvoirt man en mober Lijsken sijner huijsvr(ouwe) en met hem
Arien Pauwels Boeijens man en mober Geritten sijne huijsvr(ouw) docht(er) Willems
v(oor)s(eijde) / Marten Vrancken man en mober Cathelijne sijnde huijsvr(ouwe) dochter Willems
voers(eijde) en gelonen op hen en op allen hennen goeden die sij nu ter tijt hebben
en vragen mogen dat sij Willem Willems v(oor)s(eijde) en Arien v(oor)s(eijde) en marten v(oor)s(eijde) als
mans en mober heen huijsvr(ouw) v(oor)s(eijde) en Willem Willem Willemsz van Meijnsvoert
de jongen sullen sijn een kijnder in allens Willem van Meijnsvoerts en
Lijsken sijne huijsvr(ouwe) goedens sullen delen nachden doot van Willem
en Lijskens v(oor)s(eijde) en elck even vele in allen erffelijcken en haffelijcken goeden
en die een m?et meer dan die ander bij alzoe ofte Willem soen Willem
Willems die jonge tgeen wettige geborten en ? dat dan de erfgoeden
na sijne doot mede omme sullen succideren totten rechten erfgename / en oft(e)
Willem eer(der) sterf dan Heilken sijn moeder dat sijn moeder allen de goeden sal
besitten en tochten haer leven lanck en nae haer doot te succederen tot den
rechten erfgenamen toe geloven Willem en Arien en Marten v(oor)s(eijde) als mober
hede huijsvr(ouwe) v(oor)s(eijde) op vbuijtenissen van hene p(er)sone en allen hunne goedens die
sij nu ter tijt hebben en vragen mogen vast en van werden te houden souden enich
?beden sigge acte den Ve merts Ao XC LXVI m(ij)pre(sent) Lambert Martens en Jan Willems