Beroepen, adressen, plaatsen » Kan een schout in een dorp (bijvoorbeeld Sassenheim) ook koster zijn, zoals Willem Florisz rond 1470 / 1480 in Sassenheim? opgelost
Willem Florisz was de naam van de schout van Sassenheim in de periode 1470 / 1480.
In dezelfde periode was in Sassenheim ook een Willem Florisz, die koster en kosterszoon werd genoemd. Is dit dezelfde persoon of kan dit niet gezien de beide functies? Dat zou betekenen dat er gelijktijdig twee personen zijn met de naam Willem Florisz in Sassenheim. Duidelijk is wel dat Willem Florisz, kosterszoon, de zoon is van Floris, koster van Sassenheim, die vermeld wordt vanaf 1440.
Dit roept de vraag op of de functie van schout wel verenigbaar is met die van koster. Er kunnen rolconflicten ontstaan tussen schout en koster vanuit hun functie en jurisdictie. De schout heeft vooral een taak om de orde te bewaren en recht te spreken (crimineel en civiel) als hoofd van de vierschaar in een dorp en voorzitter van het college van schout en schepenen. Een koster is een kerkelijke functie. De aanstelling van een schout vindt plaats door de ambachtsheer of ambachtsvrouw. De koster heeft te maken met de pastoor en de kerkmeesters.
Wie kent voorbeelden van dorpen en ambachten waarin de schout ook (gelijktijdig) koster was in de 15e of 16e eeuw?
Het klopt dat een koster niet belast is met religieuze zaken waarvoor een wijding nodig is zoals een pastoor of diaken. Maar kerkelijke zaken zoals de zorg voor kaarsen, het luiden van kerkklokken en voor het klaarleggen van de priesterkleding en het misgerei kelk water en wijn is wel de taak van een koster. Mijn Tsjechische overgrootvader was koster van een katholieke kerk in de geboorteplaats van mijn moeder en zijn dochters zorgden ook voor het schoonmaken van de kerk voor de Hoogmis op zondagen.
Ik heb nog het een en ander gelezen (Googlen op andere combinaties van schout koster) en ik heb nog talloze voorbeeldjes gevonden. Om op de vraag terug te komen, er was niets vreemds aan, dat Willem Florisz beide taken vervulde, dus de kans, dat het hier om één persoon gaat is ruimschoots aanwezig. Temeer omdat het schoutambt in Sassenheim nou niet bepaald een dagtaak zal zijn geweest.
Jan CIavaux - 3 feb 2024 - 22:09 (laatst bijgewerkt 3 feb 2024 — 22:10 door auteur)
Jacques
Ik kwam pas nog iets tegen in een huurboek van de Abdij van Rijnsburg (NA 3.18.20 inv.nr. 133) waardoor we misschien wat anders tegen die kosters kunnen aankijken. Hier, in 1532, staat een pachtland beschreven waarvan de zuidbelender is Claes Aelwijnsz tot Leiden, en waarvan de gebruiker is Floris Willemsz coster te Sassenem.
Dat kan lijkt mij niemand anders zijn dan Floris Willemsz, ook schout van Sassenheim, en kleinzoon van de WIllem Florijsz in je vraag. Op de eerste plaats kan het een aardige bevestiging zijn van de afkomst van Floris Willemsz, maar op de tweede plaats gaat er op lijken dat het hier niets anders is dan een bijnaam, net als leden van dezelfde familie later 'Schouten' als bijnaam hebben. M.a.w., het hoeft dan niet eens zo te zijn dat Willem Florisz koster en schout was (zeker niet als hij Willem Floris kosterszoon genoemd wordt) maar dat het toen al een bijnaam was.
Overigens was er in de 15e eeuw nog wel een Willem Florisz in Sassenheim, alleen ik kan niet overzien tot wanneer hij actief was. Dat was Willem Florijs Heesschenzoon, ongetwijfeld de WIllem Floris die net als zijn vader Floris Heesk(ensz) in 1424 bij de welgeboren mannen van Sassenheim wordt vermeld (ik meen dat ik je daar al eens een pagina van heb toegestuurd).
Hartelijk dank voor deze interessante vondst en aanvulling. Floris Willemsz Coster was de oudste zoon van schout Willem Willemsz en bij hem ken ik alleen de vermelding dat hij schout was en niet met de bijnaam koster. Interessant dat er meer opties qua naamgeving opduiken.