Den 23en January 1660
Compareerde etc. Anthony Fremanteau, loopsmeester,
borger binnen Utrecht, mij notairs well bekent, vader
van Anthony Fremanteau van Uytrecht, sijnen soone, die in den jaere /
XVIC seeven ende vijftich van Amsterdam voor
adleborst opt schip Oliphant naer Oostindien
gevaren is, ende verclaerde geconstitueert ende
machtich gemaeckt te hebben, als hij deede bij deesen, sr.
Pieter Tack, coopman tot Amsterdam, omme uyt
sijns constituants name en van sijnentweegen te
innen, heffen ende ontfangen van de Ed. Heeren Bewinthebberen
der Oostinsiche Compagnie ter camere van Amsterdam
voorsz., in wiens dienste sijn constituants voorn.
soon verbonden is, alle alsulcke twee maenden gagie als
hem constituant van de gemelten sijnen soon bij acte
van den 26 Meert 1657 jaerlijcx uyt desselffs
tegoet hebbende maentgelden besproocken ende die
sedert sijn vertreck verschenen ende alsnoch onbetaelt
sijn, van sijnen ontfanck behoorlijck quitantie te passeren
ende voorts te doen dat nodich weesen sall, belovende t'selve
van weerden te houden, onder verbant als nae rechten,
consenterende hiervan acte ende is dese. Aldus gedaen
t'Utrecht ten woonhuyse van de comparant, ter presentie van
Jan Cousman ende Jeremias Woutersz, beyde loopsmeesters,
inwoonders t'Utrecht, getuygen hiertoe versocht.
Geteyckent bij X Anthony Fremantaeu voornt.
Geteyckent & bij Jan Cousman, getuych
Yeremias Woutersen
Car. v. Doorn, notaris