Zie mijn eerdere item, hier volgt deel 2

Blad 2

1. de tweede stervende d’overige twee ende de derde stervende
2. de langstlevende van hun alle
3. gemaact genoemt ende gejustitueert
4. gelijc zij daer bij dese tot algeheele
5. ende universele erfgenamen ende dat
6. in alle de geene soo zal ende als ???
7. tegenwoordig ende toekomend geene
8. ?? hoedanig? die selfden?? van
9. wat na ?int die mogen zijn
10. die zij comparanten eenigsints
11. metten doot ontruijmen ende naelaten
12. zullen met volle regten. Soo
13. nogtans dat telckens als iemant
14. van hun komt aflijvig te werden sonder kint of kinderen naer te laten
15. de overigen ende zulck gejustitueerde
16. erfgenamen gehouden zullen zijn
17. uijt te keren ende te laten volgen
18. aen de kint ofte kinderen van 
19. haer comparanten zuster Hillegonda la Nooij
20. die zij alrede
21. geprocreert heeft ofte na??als
22. procreren sal een geregte partie ende
23. gedeelte zoo veel als ijder
24. van hun comparanten komt te erven. Alsoo zij
25. comparanten verklaren te willen dat de 
26. gemelte kint of kinderen bij repre-
27. sentatie telckens in haer moeders plaetse
28. ijder der comparanten ?? sullen
29. soo nogtans dat haer comparanten
30. suster Hilegonda voornoemt haer leven lang geduerende
31. sal hebben, trecken ende genieten van alle
32. ’t gunt deselve kint ofte kinderen

3: geinstitueert

6: in alle de goederen soo roerende als onroerende

8 en 9: exemt hoedanig die wesen ende van
wat nature

15: geinstitueerde

21: namals

28: succederen

Tineke, bedankt ook voor deze aanvullingen en verbeteringen.

Groeten, Mirjam