Fundamenten: het geloof dat rotsvast en
aanneemt zonder te zien
Dak: de liefde die een zonden bedekt
Vloer: nederigheid want zij laat zich met de voeten
treden
Stenen: zijn de gelovigen die samen de Kerk uitmaken
Mortel: die de stenen samenhoudt is het Woord Gods en de
samenhorigheid
Pilaren zijn de heiligen die de kerk schragen
Klokken zijn de stem van God die Zijn woord verkondigen en
de gelovigen naar de kerk roepen
Toren: opperste gezag. God die boven de mensen staat
De gotische kerk is in kruisvorm gebouwd, het koor symboliseert de hemel, het
schip de wereld. Het koor is naar het Oosten gericht waar de uiterst oostelijke
kapel een knik geeft. Dit gebruik symboliseert het op de schouder liggend hoofd
van Jezus na zijn kruisdood.
Er is geen enkele plaats waar je vandaag de dag meer symbolen tegenkomt dan op een kerkhof. Wij zijn er zo vertrouwd mee dat we er geen aandacht aan geven, maar er zit meer achter dan een louter estetische functie. Helaas is de betekenis voor de meesten van ons in de mist opgegaan.
R.I.P.: Requiescat in pace=
hij ruste in
vrede
D.O.M.: Dominus omnium Magister=
God is Heer over alles. Ook "Deo optimo maximo"
wat wil zeggen: "God, de Opperste en de Grootste".
PX: de eerste twee letters van het woord
"Christus" in het Grieks: de Chi(X)
en de Rho(P)
B.V.O.: bid voor ons
A.V.V.V.V.K.: Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus (meestal in kruisvorm)
NASCENTES MORIMUR: vanaf onze geboorte sterven wij. Wijst ons op de kortstondigheid van het leven. Veelal als tekst onder de
afbeelding van een kindje dat slaapt op een doodshoofd.
Acacia:
onsterfelijkheid of onbederfelijkheid
Akelei:
symbool van het lijden van Christus
Afgebroken zuil: Vindt men op graven
van personen die de dood vonden door ongeluk of moord. Symboliseert
de afgebroken levenszuil, de
afgebroken boomstam.
Anchteken of hengselkruis: (tutter) zeer oud Egyptisch symbool
voor het leven. (In de zonnecultus van Achnaton stelde het anchteken de
overleving van de lichamelijke dood voor).
De
vroeg-christelijke Koptische kerk nam het over en gebruikte het als symbool van
eeuwig leven en offerdood van Jezus. Komt voor op graven van mystiekers,
gnostici en esoterici. Ook vrijmetselaars en spirituelen gebruiken dit teken op
hun graven.
Anjelier of anjer: werd vroeger ook de nagelbloem genoemd en verwijst naar het lijden
van Christus. Fungeert bij de dodenverering als bloem van smart en lijden en
wordt veelvuldig gebruikt als versiering naast het opgebaarde dode lichaam. In
de Renaissance wordt ze als liefdespand op verlovingsscènes afgebeeld en staat
ze symbool voor het liefdesverdriet. In de Turkse cultuur fungeert de anjer als
gelukssymbool. Na het Ancien Régime wordt de anjer het symbool van de
royalisten en later ook van sociaal democratische bewegingen.
Anker:
symbool voor standvastigheid en vastberadenheid. Symboliseert ook de drieëenheid
van geloof, hoop en liefde.
Boek:
levensboek waarin alles staat opgeschreven. Dichtgeslagen symboliseert het de
dood.
Boek, openliggend: met de letters Alfa en Omega verwijst
naar de wijsheid van de alles omvattende God en symboliseert de berusting en het
geloof aan de inhoud van de Heilige Schrift. Openliggende boeken worden
momenteel ook gebruikt om gevoelens van nabestaanden mede te delen aan
kerkhofgangers. (banale teksten verdringen dikwijls de diepgaande en
oorspronkelijke symboliek van het boek). In de Joodse symboliek betekent een graf
waarop een boek staat afgebeeld dat er een rabijn begraven ligt.
Boot of schip: meestal een bark waar middenin een kruis staat opgericht ;
oorspronkelijk de Oud-Egyptische bark waarmee de ziel de overtocht naar het
hiernamaals maakte. De bark van Osiris. Het oude symbool van het dodenschip
wordt later gekristianiseerd en wordt een "kerkschip" met anker en kruis als
mast die de dode naar het paradijs begeleidt. Deze symboliek komt veelvuldig
voor op doodsprentjes. Ook symbool van hoop.
Chrysant:
werd in de vorige eeuw vanuit Japan ingevoerd, waar ze omwille van haar
stervormige blaadjes symbool staat voor de zon en het licht, voor kracht en
onsterfelijkheid. Omdat chrysanten rond november bloeien werden ze in onze
streken populair bij de
dodenherdenking. Ook andere bloemen en planten komen voor op kerkhoven en hebben
evenzeer een symbolische betekenis.
Cypressen, hulst en klimop: staan voor de eeuwigheid omdat ze
eeuwig groen blijven en hun bladeren niet verliezen.Verwijzen ook naar droefheid
en rouw.
Davidster:
zespuntige ster bestaande uit twee in elkaar vallende driehoeken is het symbool
van het Judaïsme. Ze werd gedragen door de koningen van Juda. Ze wordt ook "salomonszegel" genoemd en symboliseert
"Jahwe"omdat het gebruik van
menselijke voorstelling van het godswezen door het Judaïsme verboden is. Bij de
vrijmetselaars gebruikt men de zeshoekige ster als logezegel en symboliseert de
totaliteit. Komt voor op graven van joden. De vrijmetselaars gebruiken op hun
graven de vijfpuntige ster.
Den:
staat symbool voor muze, poëzie en minnezang. (asociatie met Tannhauser
??)
Doodshoofd:
symbool van vergankelijkheid en "memento mori" dat de voorbijganger aan zijn eigen dood moet
herinneren.
Druiventros:
zeer geladen symbool dat naar vruchtbaarheid en lust verwijst. Op grafzerken
komt de druiventros regelmatig voor en symboliseert er het geduldig wachten op
de verrijzenis. Het beeld dat hierachter schuilt is de druiventros die wacht op
de persing om te transformeren naar wijn. Wijn staat voor het bloed van Christus
waarmee Hij de wereld verlost heeft van de zonde.
Duiven:
verwijzen naar liefde en vrede. Worden ook afgebeeld met takje in de bek.
Engel:
Hij bewaakt het graf van de overledene. Symboliseert de doodsengel die de ziel
van de overledene begeleidt naar het hiernamaals en die hem zal bijstaan bij het
oordeel. Engelenkopje(s) met vleugels zijn het symbool van de hemelse sferen. De
vleugels staan voor de goddelijke opdracht. Ze komen vaak voor op kindergraven.
Engel met bazuin is het symbool voor het laatste oordeel. In de escatologie is
de engel met bazuin een zeer veel voorkomend symbool.
Es:
symbool van de voorzichtigheid.
Gaffelkruis:
sterk beladen symbool dat zowel door Grieken, Kelten en Germanen gebruikt werd.
Hermes daalt af in de onderwereld met het gaffelkruis in de hand. Bij de
Romeinen zien we dat Vergilius zijn held Aeneas met een gouden gaffel in de hand
naar het dodenrijk laat vertrekken. Bij de Germanen geloofde men dat de levenden
via het gaffelkruis met de doden kontakt konden krijgen. In de christelijke
symboliek zien we het gaffelkruis als begeleidingssymbool en komt het veel voor
op kazuivels. Het gaffelkruis vormt ook de krachtlijnen in de vijfster, het
pentagram (zie pentagram).
Granaatappel:
staat in de Christelijke symboliek voor Gods zegen en hemelse liefde. In de
barok komt hij veelvuldig voor en staat hij voor liefdadigheid en caritas. Bij Feniciërs, Grieken en Romeinen gold de granaatappel als symbool voor
vruchtbaarheid en rijk nakomelingsschap. Dit door de vele zaadjes die in het
sappige en vuurrode vruchtvlees zitten. Dennenappels:
worden in onze steken al eens met granaatappels verwisseld
Guirlandes:
slingers van bloemen en bladeren. Dikwijls in gekleurd porcelein op zerken of
rond zuilen. In de oudheid dienden ze als (zoenoffer voor de goden). Ze
symboliseren ook de levensloop en de eindigheid ervan.
Handen gevouwen: symboliseren de ootmoedigheid, de onderdanigheid en het smeken om
vergeving en verlangen naar het eeuwig leven.
Handen in elkaar: symboliseren het afscheid en tevens de verbondenheid over de dood
heen.
Hart: gestileerd met boezemvormige bovenrand is het hart het symbool voor
liefde en hartstocht. In de Christelijke iconografie uit de baroktijd wordt het
dikwijls voorgesteld met een vlam erboven. Het symboliseert het mystieke altaar
waarop het vuur van de Heilige Geest brandt.
(De Heilig Hartverering is ontstaan in de zeventiende eeuw onder impuls van de
later heilig verklaarde salesianerin Maria-Margartha Alacoque). Harten vindt men
veelal op zerken van leden van de "Bond van het Heilig Hart". Gevleugeld
hart: gebed.
Hond:
symbool van trouw en waakzaamheid. Bij de Egyptenaren werd de doodsgod
Anubis als
een hond voorgesteld. In de Christelijke iconografie betekent een hond
op een
grafsteen van een vrouw dat de vrouw getrouwd was. (trouw = getrouwd),
bvb.: graf van Isabella van Bourbon, tweede vrouw van Karel de Stoute,
in
de kathedraal van Antwerpen.
Kaarsen:
zie olielamp
Kelk:
op graven van priesters.
Keltisch kruis: zonnekruis, symboliseert de zon die bron is van alle leven, en
wederopstanding in een beter hiernamaals.
Veel grafzerken van gesneuvelde soldaten uit de eerste wereldoorlag zijn in de
vorm van een Keltisch kruis ( o.a. groot kruis op kerkhof Glazenleeuwstraat en
vorm van de Eerste IJzertoren).
Kerkhofbloemen:
Bloemen symboliseren de kringloop van leven en dood. De bloem is het hoogtepunt
van schoonheid, ze moet verwelken en sterven om zaad voort te brengen en vrucht
te dragen. De grafkrans staat voor de ontmoeting van deze wereld met de volgende
of symboliseert de beloning van een vroom leven in de hemel. De krans is tevens
de ouroboros, dit is de cirkelvormige
slang die haar eigen staart opeet. Dit symbool staat dan weer
voor de eeuwige terugkeer en duidt aan dat elk einde een nieuw begin
betekent. De slang vervelt om de zeven jaar en symboliseert daardoor eveneens de
kringloop van het leven. Op niet
christelijke graven komt de ouroboros veelvuldig voor. De lauwerkrans van laurierbladeren is door zijn groenblijvende bladeren het symbool van
onvergankelijkheid en eeuwig leven.
Kettingen rond de graven: afbakening van het domein van de
doden en dat van de levenden
Kever:
scarabee. Teken van wederopstanding in de vroeg-Christelijke kerk.
Oorspronkelijk Egyptisch symbool dat de kringloop van het leven symboliseerde.
De
magie van de metamorfose van larve naar pop en van pop naar kever, en terug en
terug en terug, steeds opnieuw. De god Chepre, symbool van de opgaande zon, werd
in Oud-Egypte als een scarabee voorgesteld.
Klaproos:
deze slaapverwekkende bloem verbeeldt de eeuwige slaap en wordt veelvuldig op
graven geplant. Ze verwelkt ook snel en verwijst naar de kortstondigheid van het
leven. In de Griekse mythologie is de papaver of klaproos het symbool van Hypnos,
de god van de slaap (vandaar het woord hypnose) en ook van zijn zoon Morpheus,
de god van de droom (met morfine droom je weg en voel je geen pijn).
Korenaren:
symbool van het Brood des Levens of van Christus. Gedorste korenaren of gedorste
korenschoven zijn ook doodssymbolen ( zie Dodenwake).
Kruiken en vazen: symboliseren niet alleen de urne (komt van het Latijnse ?urna? van het werkwoord ?urere? dat
verbranden betekent) waar de asse in bewaard werd maar ze hebben ook een
zuiverende functie. Ze verwijzen naar reinigingsrituelen waarbij kruiken
gebruikt werden die water of oliën bevatten.
Lammetje met kruis: Agnus Dei, symbool van zuiverheid en argeloosheid. Tevens
symbool voor de offerdood van Christus. Komt voor op graven van kinderen en
jongelingen.
Lelie:
symbool van de zuiverheid en maagdelijkheid. Komt voor op graven van maagden en
kloosterlingen. Lelies plantte men ook op graven van personen die ten onrechte
terechtgesteld waren.
Linde: Germaanse dorpsboom aan de godin Freya gewijd. Symbool van de verbondenheid van een gemeenschap. Werd daarom ook
veel als vrijheidsboom geplant. Staat ook symbool voor de verbondenheid van een
echtpaar.
Maansikkel:
komt voor op graven van Islamieten
Maltezer kruis: symbool van de gnostiekers, Tempeliers, Katharen en vroege
Christenen. Men vindt het dikwijls aan de binnenzijde van grafkelders en
sarcofagen waar het fungeerde als beschermingsteken tegen het kwade (stonden ook
op de binnenkant van de graftombe in de Sint Martinuskerk van Beveren).
Mandala:
cirkel met daarin andere cirkels en geometrische figuren. Indo-Tibetaansymbool
voor verdieping en verinnerlijking.
Olielamp:
symbool van het goddelijk licht dat de overledene de weg wijst doorheen de duisternis van het dodenrijk naar het eeuwig leven.
Symboliseert ook het licht van Christus: "Lumen Christi". In de
vuursymboliek zien we ook dat vuur de boze geesten verdrijft en als dusdanig
blijft ook de dode gevrijwaard van invloeden van boze geesten.
Olijftakken:
symbool voor vrede en rust. Wordt ook afgebeeld als duif met olijftak in bek.
Omgekeerde fakkel: attribuut van de dood in de oudheid. Symboliseert het uitgedoofde
leven.
Palmtakken:
overwinningssymbool. Symboliseren het opstijgen van de ziel en de
triomfgang naar het hiernamaals.
Passer en winkelhaak: de passer staat voor een
cosmopolitische geest terwijl de winkelhaak de geest symboliseert die overwint
op de materie. Dit symbool vinden we veelal op graven van vrijmetselaars terug.
Passiekruis:
kruis dat ipv. de Gekruisigde Christus de passiewerktuigen afbeeldt
(Geselkoord, doornenkroon, lans, spijkers en spons). Symboliseert het lijden van
Christus en de lijdensweg van de mens op aarde. Het passiekruis werd meegedragen
tijdens de kruiswegviering.
Pauw:
symbool van de onsterfelijkheid
Pelikaan:
symbool van Christus. De pelikaan opende zijn borst om zijn jongen met zijn
bloed te voeden bij voedselschaarste. Zo geloofde men. Vandaar de associatie met
Christus die zijn bloed gaf voor de mensheid. Veel voorkomend symbool.
Ringen (2) in elkaar: symboliseren
de huwelijkstrouw en verbondenheid over de dood heen van gehuwden of van klagen
en jammeren
Romeins kruis: al dan niet met de Gekruisigde is het symbool van de christen mens
en wederopstanding
Roos:
symbool van de trouw en liefde en tegelijk vergankelijkheid. In de christelijke
funeraire symboliek verwijst de roos naar Maria en het lijden van Christus. De
vijf blaadjes van de roos staan voor de vijf wonden van Christus. De witte roos
symboliseert de tranen van Maria Magdalena, en daar de witte roos ook het
symbool is van de maagdelijkheid wordt een struik van deze rozen op graven van
jonge meisjes geplant. Rode rozen kan men aantreffen op graven van personen die
bekend staan voor het verrichten van goede werken tijdens hun leven en op graven
van overleden geliefden. De overblijvende, die rode rozen verzorgt op het graf
van zijn partner, wordt verondersteld niet te hertrouwen zolang hij dit gebruik
in ere houdt. Het planten van rozen
op graven dateert uit de romeinse tijd omdat die tijd de roos geassocieerd werd
met de dood. Een kerkhof wordt in sommige streken (oa. Zwitserland) vandaag de
dag nog "rozenhof" genoemd.
Sarcofaag: een graf in de vorm van een sarcofaag verwijst naar een belangrijk en
invloedrijk persoon
Sepulture: graf, begraafplaats
Slak met huisje: symboliseert de dodenslaap. De slak slaapt in haar huisje tot de
heropstandig.
Spiegel:
Vanitassymbool. Symboliseert de menselijke ijdelheid en vergankelijkheid. Wordt
vaak voorgesteld als een mens die zich spiegelt en als spiegelbeeld zijn eigen
een doodshoofd ziet. De spiegel is
ook een Mariasymbool (cfr. Litanie van O.L.Vrouw) omdat God zich in de Maagd
Maria door zijn evenbeeld Jezus spiegelde en uitbeeldde.
Strobloem:
in het Frans ?l? immortelle?
staat voor onsterfelijkheid
Taxus:
zelfde symboliek als andere groenblijvenden. Taxus werd echter veelvuldig
gebruikt als omheining van kerkhoven en boerenerven. De plant zou een
geestenwerende kracht hebben die de boze geesten buiten (of binnen)
houdt. Taxus is een zeer giftige plant.
Toorts, fakkel of kaars: symboliseert
de bezieling en de Heilige Geest. Ook de reinigende vlam en de drager van het
Geestelijk Licht. Ook verdrijver van de boze geesten. Brandende fakkels
verwijzen naar de wederopstanding.
Treurbomen: treurwilg en treurberk: hangende takken en bladeren
symboliseren het verdriet, overgave en gelatenheid
Uil:
uilen hebben steeds een bijzondere betekenis gehad, zowel in positieve als
negatieve betekenis. Zij zijn o.a. het symbool van waakzaamheid en kennis omdat
zij de duisternis kunnen doorvorsen. Zij staan op de grafstenen afgebeeld en
fungeren er als wakers tot de dag der heropstanding. Anderzijds geloofde men dat
als de uil roept er een dode zou volgen.
Veer of pluim: symboliseert de lichtheid van de ziel de opstijgt naar het
hiernamaals. Vleugeltjes of pijlen hebben dezelfde betekenis.
Vijfster of pentagram: wordt gevormd door een
in één lijn doorgetrokken vijfpuntig ster. Ze wordt ook druïdenster of
druïdenvoet genoemd. Het is de symbolische weergave van de weg die de mens
volgt in zijn streven naar volmaaktheid. De vijfster vinden we terug in alle
culturen en duikt reeds op bij de Perzen in de Mithrascultus. Het is een sterk
energiegeladen teken en was het symbool voor de alchemisten.
Viooltje:
in het Frans "la pensée" staat omwille van de kelkvormige blaajes voor
vruchtbaarheid en onsterfelijkheid.
Vis:
symbool van het leven en herkenningsteken van de vroege christenen (zie hoger).
Vlierboom:
vlierstruiken of vliertakken werden in de nabijheid van graven geplaatst
om heksen van de overledenen
verwijderd te houden
Wiel:
cirkel met vier diagonalen: symbool van eerste christenen en verwant aan het
Maltezer kruis
Wijnruit:
Ruta graveolens, werd in vroegere eeuwen op graven geplaatst van personen die
van de pest gestorven waren. Een takje van deze geneeskrachtige (middel tegen de
vallende ziekte) en geestverdrijvende plant werd door de dragers van de kist
tussen de tanden geklemd als voorbeheoedsmiddel tegen de zwarte dood als zij een
pestlijder ten grave droegen.
Zandloper:
vanitassymbool dat de mens eraan herinnert dat ijdelheid en vergankelijkheid
dicht bij elkaar liggen.
Zeis:
doodsattribuut.Het was ook het attribuut van de romeinse god Saturnus.
Symboliseert de onverbiddelijkheid. Iemand die een plotse dood stierf
kreeg vaak een zeis op de grafsteen. Hij werd als het ware ?weggemaaid? uit
het leven (zie ook afgebroken
zuil).
Chronogram
Op oude grafstenen ziet men vaak dat sommige letters groter geschreven staan dan
andere.
Wanneer we de optelsom maken van de groter geschreven letters die als romeinse
cijfers moeten geinterpreteerd worden bekomen we een getal. (W= 2 maal V). Dit
getal verwijst meestal naar het stervensjaar van de overledene.
Obiit
Ruitvormig schild dat na het overlijden van een adellijk persoon werd opgehangen
in de kerk.
In het koor van de Sint-Martinuskerk in Beveren hangen tientallen obiits van
verschillende adellijke families. De laatst bijgehangen obiit is deze van gravin
Josephine Cornet d?Elzius de Peissant, echtgenote van graaf Charles de
Brouchoven de Bergeyck. Ze overleed in 1960 op Cortewalle.
RICHARD WILLEMS
Bron:
http://home.scarlet.be/~hlvb/het%20land%20van%20beveren/symboliek.htm
yvon - 27 okt 2010 - 16:01
Hoj Yvon.
Even over de vlierbes,in het groot heksenboek staat beschreven dat je een vlier niet om moet zagen,brengt ongeluk omdat het vaak de schuilplaats van een heks is.
Dit is wel in tegenspraak met de beschrijving die ik hier boven lees.
Groetjes Piet.
Ps.wel een interesante boodschap bedankt.
Pieter van de Ruit. - 27 okt 2010 - 17:30
Yvon,
Het griekse woord voor vis is Ichtus. Zoals je al meldde werd dit door de eerste Christenen gebruikt. Het is een afkorting van Iesu CHristo Theo Usur S???
Jesus Christus, Gods Zoon en Redder.
Ik heb het niet helemaal juist en ongetwijfelt zal een ander forumlid dit kunnen corrigeren/aanvullen.
Trouwens een goed artikel,mijn waardering.
jan achterberg - 28 okt 2010 - 08:51
Jan,Piet en Dirk,
Dank voor jullie reacties.
Ichthys wordt ook gespeld als Ichthus en soms als Ikhthus, het is afkomstig uit het Grieks. Uit het klassieke grieks betekent dit Vis.
Groet,
Yvon
yvon - 30 okt 2010 - 09:47
Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!
Bedankt, uw melding is verstuurd aan de moderators.